420 in 2024

Het is weer bijna 20 april, de dag van de wiet. Zo net voor de verkiezingen in België willen we wel eens weten hoe dat nu zit met onze plant in ons land. Duitsland legaliseerde het bezit en gebruik van cannabis voor volwassenen in april dit jaar. Geen reactie in België, maar dat zijn we gewoon. Verkiezingsbeloften zijn altijd lege woorden geweest. “I did inhale”, “Stem op mij en ik rook een joint in de senaat”, … weet je nog? De geveinsde verontwaardiging van Vincent Vanquickenborne over de domme drugswetgeving in België is een geveinsde pro-cannabis propaganda. Tien jaar later zat Q in een fluwelen zetel in Davos te luisteren naar Klaus Schwab. Als minister van justitie had hij iets kunnen doen om zijn geloofwaardigheid aan te tonen, maar ja, we weten hoe dat eindigde.

We gaan honderd jaar terug in de tijd.

“Hasjiesj is de meest gevaarlijke toxische substantie. Hasjiesj is een dodelijk vergif waarvoor nooit een tegengif ontdekt werd. Hasjiesjgebruikers lijden aan enkele ernstige medische kwalen: 1. Acuut hasjiesjisme. 2. Chronisch hasjiesjisme.

Deze persoon lijdt aan acuut hasjiesjisme

Acuut hasjiesjisme doet zich voor als de consument sporadisch en occasioneel gebruikt in de kleinst mogelijke doses. Geconsumeerd in de kleinste dosis geeft hasjiesj een gevoel van neerslachtigheid en ongemak. Er volgt dan een soort hilarisch en luidruchtig delirium bij mensen met een opgewekt karakter, maar het delirium wordt gewelddadig bij mensen met een gewelddadig karakter. We moeten er daarom op wijzen dat het gedrag onder invloed van een acuut hasjiesjdelirium altijd sterk gerelateerd is tot het karakter van de gebruiker. Het acute hasjiesjdelirium wordt gevolgd door slaperigheid, voortdurend onderbroken en verstoord door beangstigende en verschrikkelijke nachtmerries. Hasjiesjgebruik in hogere doses veroorzaakt een ernstig en krachtig delirium samen met een sterke lichamelijke agitatie. Het geeft de neiging tot gewelddadige handelingen bij alle zwakke en sterke karakters en veroorzaakt de meest waanzinnige lachuitbarstingen. Daarna volgt een zware bedwelming die niet vergelijkbaar is met een slaaptoestand. Zware vermoeidheid laat zich voelen bij het ontwaken en het gevoel van depressie en ellende blijft nog meerdere dagen duren. Gewoontegebruik van hasjiesj leidt zeer snel naar wat bekend is als ‘chronisch hasjiesjisme’.

Het chronisch hasjiesjisme is duidelijk een zeer ernstige ziekte

De gelaatsuitdrukking van de chronische hasjiesjgebruiker is onveranderlijk terneergeslagen. Zijn haar is slordig, zijn ogen staan ver opengesperd en hij heeft een onnozele blik. Hij is stil. Hij heeft geen fysieke kracht. Hij lijdt aan lichamelijke kwalen, hartproblemen, ademhalingsproblemen, ernstige pijnen en spijsverteringsproblemen. Hij hallucineert. Hij heeft vlagen van bevingen en dwangmatige handelingen. Hij heeft een totaal geheugenverlies. Hij verliest volledig de zin in seks. Zijn intelligentie verzwakt en het complete organisme verrot. De chronische hasjiesjgebruiker wordt uiteindelijk hysterisch en waanzinnig.”

Geen paniek, dit is geen uittreksel uit een wetenschappelijke studie, maar de argumentatie van de Egyptische afgevaardigde tijdens de Tweede Opium Conferentie van Wenen in 1924. De andere aanwezigen vroegen zich af waarover hun Egyptische collega het had. Ze kenden de materie niet waarover ze gingen oordelen. En het woord materie is hier heel toepasselijk. Stof, substantie, preparaat. Hier werd beslist over het al dan niet verbieden van een product, niet over een plant. Op basis van het pleidooi werd hasj in Europa in 1928 verboden door de League of Nations, de huidige Verenigde Naties. Dat leidde dan in België tot het Koninklijk Besluit van 31.12.1930 omtrent den handel in slaap- en verdoovende middelen. Artikel 1, 15 zegt: “Onder de toepassing van dit besluit vallen de nagenoemde stoffen, alsmede de preparaten welke die stoffen bevatten: Cannabis, Extracta, Resinae, Tincturae.” Stoffen en preparaten. Geen woord over planten.

Mottenballen

Natuurlijk haalt iemand vroeg of laat die ouwe dossiers van onder het stof en dan begint de discussie over wat in 1930 bedoeld werd met het woord cannabis. Stof tot overdenken. Wat zouden ze eigenlijk bedoeld hebben…?

Stel je even deze scène voor: we bevinden ons in een muffe zaal en het stinkt er naar de mottenballen, een eeuw geleden. De muren zijn gestoffeerd met heldendaden van eerbare voorouders in de Congo. De televisie is wel al uitgevonden, maar Bart Peeters is nog niet geboren. Spionnen dragen steevast een deukhoed en hun kraag staat altijd recht omhoog. De straten worden zuinig verlicht met gaslampen. Paardenstront rapen is een eerbaar beroep met toekomst en alles is nog in zwart-wit, of sepia.

Meneer de Baron, Meneer de Bankier, Meneer de Fabrikant, Meneer de Predikant, en andere Meneren zijn uitgenodigd door de Grootste Meneer van alle Grote Meneren. Na op een Bourgondische wijze uitgelezen spijzen en dranken tot zich te hebben genomen, zitten ze rond de grote tafel, vol van glorie omdat ze mogen meebeslissen over het plebs, het gepeupel, én over de vrouwen, want die mochten zich in die tijd enkel roeren in de KeuKen, in de KraamKamer, en in de KerK.

En dan komen de argumenten op tafel. Een mannetje in aangemeten pak, opgeschoren stekelhaar en een klein snorretje, houdt een donderpreek waarbij de vlokken schuim in het rond vliegen. De Welgestelde Lichamen knikken instemmend. Geen van hen wil pretbederver zijn. Er wordt een stevig glas gedronken op de goede afloop, et voilà! et santé! – ah oui, het was toen allemaal in het Frans.

En plots, in het midden van het dessert, valt het woord cannabis, een soort drug waar in Amerika en in Egypte rare dingen mee gebeuren. Wat voor rare dingen wisten ze niet, want hun talenkennis ging niet verder dan hun salonfrans. En wat doe je als je niet de taalonkundige criticus van de groep uitverkorenen wil zijn? Je tekent eender wat. En dat hebben ze gedaan ook. Ze zouden trouwens nu net hetzelfde doen, want hun kennis over de materie is nog steeds niet ontkiemd.

De Belgische justitie herbergt nog heel wat aanhangers van het baronnentijdperk. Een van deze vertegenwoordigers des volks in juridische aangelegenheden beweert zelfs dat de gebruikte termen stof en preparaat bedoeld werden om een plant aan te duiden. Volslagen onzin.

Het Openbaar Ministerie kreeg de gelegenheid om die oude wetteksten aan een interpretatietoets te onderwerpen. In een Antwerpse loods werd namelijk een kwekerij ontdekt met bijna 700 cannabisplanten. Dus, zegt het parket, de teelt van die planten is illegaal en strafbaar, want cannabisplanten mogen niet groeien, dat staat zo in de wet.

“Ha neen, hé”, zegt advocaat Tom Goossens, “in de wet van 1930 wordt niet over planten gesproken, maar over stoffen, en preparaten welke die stoffen bevatten. Cannabis is de naam die gegeven werd aan de actieve stof lang voordat THC ontdekt werd (Tetrahydrocannabinol-THC werd in 1964 door Raphael Mechoulam geïsoleerd en beschreven. THC geeft aan de cannabisbloem het psycho-actieve effect waar zo hard over geroepen wordt). Gedurende de laatste weken van zijn leven produceert de plant THC en andere cannabinoïden op de bloemtoppen om zijn ras te beschermen. Die wet gaat niét over planten.”

“Toch wel”, zegt het parket. “Er staat cannabis en dat is een plant.”

“Toch niet”, zegt advocaat Goossens, “met cannabis heeft de wetgever de werkzame stoffen bedoeld en niet de plant. De plant werd industrieel geteeld in België tot 1950. Er zijn in Vlaanderen een twintigtal bedrijven met de industriële teelt van cannabisplanten bezig. Deze bedrijven betalen belastingen, of ontvangen overheidssubsidies, sommige al generaties lang. Het parket beweert dus dat de hele Vlaamse, Belgische en Europese industriële teelt van de plant strijdig is met de Belgische strafwet. Ze plegen allemaal hetzelfde misdrijf want zij bezitten cannabisplanten.”

Gerechtigheid boven alles

Op 28 oktober 2003 heeft de rechter de vier cannabistelers vrijgesproken. Hun plantage werd immers ontdekt voor de nieuwe drugwet in voege was. De oude wet stelt het bezit van cannabisplanten niet strafbaar. Er was nog niet geoogst, dus werd er ook geen strafbaar feit gepleegd. Onder de nieuwe drugswet is het bezit van cannabisplanten wél strafbaar, maar die is dan weer zo onduidelijk dat die volgens Tom Goossens, die de zaak pleitte, in de toekomst ook tot vrijspraken zal leiden. “Ik vrees dat er heel veel rechtbanken zullen moeten oordelen dat de nieuwe wetgeving onvoldoende duidelijkheid biedt op het punt van het in bezit hebben van cannabisplanten. Zij zullen niet anders kunnen dan al die personen vrijspreken. Het principe van de Belgische strafwet is dat de wet voldoende duidelijk moet zijn, vooraleer een rechtbank ze kan toepassen. En in dit geval kunnen we moeilijk spreken van een duidelijke wetgeving. Mijns inziens zullen de rechters tot het besluit komen dat, bij gebreke aan een duidelijke wetgeving, ook geen mensen strafrechterlijk veroordeeld kunnen worden, en dus moeten vrijgesproken worden.”

Drugnotabelen

Een nieuwsbericht op de VRT-website dat uitsluitend over cannabis gaat, wordt geïllustreerd met een foto van een pak poeder dat opengesneden wordt. Hun kennis over de materie is dus nog steeds niet ontkiemd. Het gaat over de drugnota van Magda Aelvoet die door het Arbitragehof deels dubbelzinnig wordt bevonden. Volgens het hof had de wetgever de uitvoerende macht moeten verplichten om de hoeveelheid cannabis voor eigen gebruik te bepalen. Ook zegt het Arbitragehof dat de begrippen problematisch gebruik en openbare overlast te veel interpretatie toelaten. De pilaarbijters met het opgeschoren stekelhaar reageren tevreden op de uitspraak van het Arbitragehof. Zij willen terug naar af. Terug naar de jaren van respect voor de notabelen, de übermenschen van weleer, met al het paterlijke en fraterlijke stiekeme dat erbij hoorde. Hoe gaat dit verder? Heeft de strakke lijn van de televangelisch-fundamentalistische VS-regering ook hier zijn blinde volgelingen? Wat zal het worden: een beetje muggenziften over grammetjes? Of alles uitroeien? Er zal weer jarenlang geleuterd worden over een gram of drie, dan wordt het weer het ideale onderwerp voor de verkiezingen, vervolgens wordt weer een beetje gedebatteerd over het verkeerde signaal en de volksgezondheid en meer van die achterhaalde voorbijgestoken clichéprietpraat. Hoeveel generaties duurt dat gelul nu al? Hoelang gaat het nog duren?

Het verbieden aan planten om te groeien, de pogingen om plantensoorten uit te roeien, is de ultieme zelfbevrediging van gestoorde religieuzen die zich door hun god geroepen voelen om het genot van anderen te beknotten.

Wat voor stuff gebruiken die wezens eigenlijk om tot zulke waanzinnige ideeën te komen?

Daar heb ik 20 jaar later, nog geen beweging in gezien die het vermelden waard is. Zolang is het geleden dat dit stukje eerst gepubliceerd werd.

We springen naar 2016, het jaar dat Joep Oomen, de memorabele cannabisactivist van de lage landen, ons verliet. Hij was de man achter “Trekt Uw Plant”, de eerste Belgische Social Club, en grondlegger van ENCOD (European Coalition for Just and Effective Drug Policies). Informatie en video’s over Joep Oomen en ENCOD vind je hier: https://encod.org/ en hier:  https://encod.org/joep/in-memoriam-joep-oomen/

We vergeten je niet Joep.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *